Mijn methode is gebaseerd op een vergelijking met kolonies dieren, vogels in de natuur. Hoe evolueert zo'n kolonie? Welke mechanismen zijn er op te sporen die voor een duivenmelker zinvol zijn om te kopiëren.
Ik zal ieder jaar ongeveer evenveel duiven houden en proberen stap voor stap de kwaliteit van de resultaten te verhogen.
Is dat in de natuur ook zo?
Als we mezen, bosduiven, zwaluwen, ...opmerken in onze tuin, zijn het er dan altijd even veel?
Sommige soorten zien we bijna niet meer omdat hun woonplaatsen niet meer bestaan. Andere hebben zich aangepast aan een leven tussen de mensen en nemen in aantal toe.
Ik denk dat de zwaluwen een geschikte groep zijn om mee te vergelijken.
Ieder jaar doen ze immers een 'monstervlucht'. Zowel jong als oud wordt aan een wedstrijd onderworpen. Ze moeten duizenden kilometer overbruggen. Die vlucht doen ze twee keer per jaar.
Na deze vlucht (als ze toekomen bij ons) begint het kweekseizoen. Wie de vlucht niet overleefde kan geen kweker worden. Afhankelijk van de zomer zijn de leefomstandigheden beter/slechter en zal de kolonie groter, kleiner worden.
In de herfst verzamelen ze en vertrekken richting zuiden. Wie zal die 'wedstrijd' overleven? Niemand wordt gespaard: jongen, laatjes, oudjes.... iedereen moet jaar na jaar die vlucht vliegen.
Dat levert ons prachtige exemplaren op. Sommige vogels halen topsnelheden. Ze zitten er vaak bij als prachtexemplaren die mensen met plezier fotograferen, observeren, ... bewonderen.
Ik kan dat verhaal aanpassen voor elke diersoort. Hoe zit het met de vinken? Waar komen die roofvogels opeens vandaan? Hoe slim zijn de vossen ... De natuur is onoverwinnelijk. Steeds opnieuw herstelt die zich op wonderlijke manier.
Wie met duiven speelt moet volgens mij de natuur bekijken en dat systeem overnemen. Het bestaat al miljoenen jaren en heeft zijn deugdelijkheid zeker bewezen.
Ik zal ieder jaar ongeveer evenveel duiven houden en proberen stap voor stap de kwaliteit van de resultaten te verhogen.
Is dat in de natuur ook zo?
Als we mezen, bosduiven, zwaluwen, ...opmerken in onze tuin, zijn het er dan altijd even veel?
Sommige soorten zien we bijna niet meer omdat hun woonplaatsen niet meer bestaan. Andere hebben zich aangepast aan een leven tussen de mensen en nemen in aantal toe.
Ik denk dat de zwaluwen een geschikte groep zijn om mee te vergelijken.
Ieder jaar doen ze immers een 'monstervlucht'. Zowel jong als oud wordt aan een wedstrijd onderworpen. Ze moeten duizenden kilometer overbruggen. Die vlucht doen ze twee keer per jaar.
Na deze vlucht (als ze toekomen bij ons) begint het kweekseizoen. Wie de vlucht niet overleefde kan geen kweker worden. Afhankelijk van de zomer zijn de leefomstandigheden beter/slechter en zal de kolonie groter, kleiner worden.
In de herfst verzamelen ze en vertrekken richting zuiden. Wie zal die 'wedstrijd' overleven? Niemand wordt gespaard: jongen, laatjes, oudjes.... iedereen moet jaar na jaar die vlucht vliegen.
Dat levert ons prachtige exemplaren op. Sommige vogels halen topsnelheden. Ze zitten er vaak bij als prachtexemplaren die mensen met plezier fotograferen, observeren, ... bewonderen.
Ik kan dat verhaal aanpassen voor elke diersoort. Hoe zit het met de vinken? Waar komen die roofvogels opeens vandaan? Hoe slim zijn de vossen ... De natuur is onoverwinnelijk. Steeds opnieuw herstelt die zich op wonderlijke manier.
Wie met duiven speelt moet volgens mij de natuur bekijken en dat systeem overnemen. Het bestaat al miljoenen jaren en heeft zijn deugdelijkheid zeker bewezen.