Hoe spelen, kweken in de toekomst?
We zijn 18 april 2024 en het is tijd om ook deze rubriek eens van nieuwe tekst te voorzien.
Toen ik in 2018 mijn hok veranderde schreef ik iets over mijn planning. Onderaan laat ik die staan zodat je kan zien wat blijft en wat nu anders is.
De laatste jaren zijn de resultaten veel minder dan vroeger.
Dat heeft zo zijn redenen. De verklaring is natuurlijk eentje van achteraf. Voorspellen is nu eenmaal moeilijker dan nadien een oordeel of een analyse te maken.
Vorig jaar ben ik meer bij specialisten (artsen) voor mijn gezondheid geweest dan anders in heel mijn leven. Dat heeft natuurlijk niet geholpen om te kunnen focussen. Nu alles onder controle is moeten we onthouden dat rustig een seizoen opbouwen noodzakelijk is en er snel snel nog iets van willen maken niet de beste oplossing is.
Daarnaast heb ik de laatste jaren nogal wat duiven bijgehaald. Die kwamen steeds van duivenmelkers, duiven die internationaal top scoorden in hun discipline. Wat ze me bijbrachten is beneden de verwachtingen.
Hoe moeten we het nu aanpakken?
De beslissing om de Junior, zoon van de Pau die zelf ook goed presteerde, op de kweek te zetten is een goed idee. Er bleven amper jongen van hem achter. Dat de 4 zonen/ jaarlingen die er nu nog zitten de eerste fase, van opleren tot eerste vluchten, overleefden is ook een goed teken. Deze winter had ik meer dan 20 duivers, ik heb er nu nog 12.
Dit jaar wil ik mijn speelduiven voldoende ervaring geven zodat ik in 2025 met een geselecteerde groep opnieuw de internationale vluchten kan aanpakken. Dat zal als eindvlucht geen internationaal zijn maar wel iets als Limoges, Brive, Aurillac...
Ik ben ook van plan dezelfde methode toe te passen die me mijn eerste successen bracht.
Ik wil een grotere groep jonge duivers overhouden die wel de test Péruwelz krijgen zodat ze niet achterblijven net voor het seizoen start.
Daarom werden er meer ringen aangeschaft, kwam er een ronde jongen van Hendrik Mortier, duiven van Marnix en kweek ik uit de vernieuwde kwekers.
Het kweekhok bestaat uit de Junior, nogal wat zonen en dochters van hem en een paar recent aangeschafte duiven waarvan ik hoop dat de duiven de selectie van het eerste jaar overleven. De duiver uit de Gouden Vleugel geeft alvast duiven die dat wel doen.
In december 2018 schreef ik onderstaande tekst. Ik laat ze staan als reflectie.
Het seizoen verliep niet echt zoals ik wenste en daarom werd de koe bij de horens gevat. Door een verbinding te maken tussen de hokken ontstond een mooi hok waar er 40 bakken in hangen. Die staan nu allemaal open zodat er in elke bak een duiver kan zitten als hij dat wenst. Dat zal zo blijven tot het moment dat de duivers in het voorjaar in nest mogen komen.
Ik heb nu 8 oude duivers en 21 jonge duivers, de toekomstige jaarlingen.
De bedoeling is om met die oude terug een ploeg te maken die via Limoges naar Pau kan.
Ik merk dat de veranderingen ervoor zorgden dat het een gezellig hok is. De duivers lopen er goed bij en er heerst een aangename sfeer. Ze zoeken zich een bak en zo eigen ze zich een plaatsje toe.
De vrijdag komen er duivinnen op de hokken tot de zaterdag en dan is het hectisch. De duivinnen bepalen een beetje wat er moet gebeuren...
In het voorjaar zal ik terug heel de bende iedere week meegeven op de vitesse. Zo krijgen de oude conditie en merk ik welke jonge duivers de eerste vluchten van hun leven overleven. Uit die groep moeten de latere oude komen. Ze mogen gerust eens aan de tand gevoeld (vorig jaar deden ze Brive) maar het belangrijkste is dat ik zie wie fris inkomt, wie zich al eens toont.
Om een idee te krijgen hoe het er nu uitziet maakte ik daarnet een filmpje.
Toen ik in 2018 mijn hok veranderde schreef ik iets over mijn planning. Onderaan laat ik die staan zodat je kan zien wat blijft en wat nu anders is.
De laatste jaren zijn de resultaten veel minder dan vroeger.
Dat heeft zo zijn redenen. De verklaring is natuurlijk eentje van achteraf. Voorspellen is nu eenmaal moeilijker dan nadien een oordeel of een analyse te maken.
Vorig jaar ben ik meer bij specialisten (artsen) voor mijn gezondheid geweest dan anders in heel mijn leven. Dat heeft natuurlijk niet geholpen om te kunnen focussen. Nu alles onder controle is moeten we onthouden dat rustig een seizoen opbouwen noodzakelijk is en er snel snel nog iets van willen maken niet de beste oplossing is.
Daarnaast heb ik de laatste jaren nogal wat duiven bijgehaald. Die kwamen steeds van duivenmelkers, duiven die internationaal top scoorden in hun discipline. Wat ze me bijbrachten is beneden de verwachtingen.
Hoe moeten we het nu aanpakken?
De beslissing om de Junior, zoon van de Pau die zelf ook goed presteerde, op de kweek te zetten is een goed idee. Er bleven amper jongen van hem achter. Dat de 4 zonen/ jaarlingen die er nu nog zitten de eerste fase, van opleren tot eerste vluchten, overleefden is ook een goed teken. Deze winter had ik meer dan 20 duivers, ik heb er nu nog 12.
Dit jaar wil ik mijn speelduiven voldoende ervaring geven zodat ik in 2025 met een geselecteerde groep opnieuw de internationale vluchten kan aanpakken. Dat zal als eindvlucht geen internationaal zijn maar wel iets als Limoges, Brive, Aurillac...
Ik ben ook van plan dezelfde methode toe te passen die me mijn eerste successen bracht.
Ik wil een grotere groep jonge duivers overhouden die wel de test Péruwelz krijgen zodat ze niet achterblijven net voor het seizoen start.
Daarom werden er meer ringen aangeschaft, kwam er een ronde jongen van Hendrik Mortier, duiven van Marnix en kweek ik uit de vernieuwde kwekers.
Het kweekhok bestaat uit de Junior, nogal wat zonen en dochters van hem en een paar recent aangeschafte duiven waarvan ik hoop dat de duiven de selectie van het eerste jaar overleven. De duiver uit de Gouden Vleugel geeft alvast duiven die dat wel doen.
In december 2018 schreef ik onderstaande tekst. Ik laat ze staan als reflectie.
Het seizoen verliep niet echt zoals ik wenste en daarom werd de koe bij de horens gevat. Door een verbinding te maken tussen de hokken ontstond een mooi hok waar er 40 bakken in hangen. Die staan nu allemaal open zodat er in elke bak een duiver kan zitten als hij dat wenst. Dat zal zo blijven tot het moment dat de duivers in het voorjaar in nest mogen komen.
Ik heb nu 8 oude duivers en 21 jonge duivers, de toekomstige jaarlingen.
De bedoeling is om met die oude terug een ploeg te maken die via Limoges naar Pau kan.
Ik merk dat de veranderingen ervoor zorgden dat het een gezellig hok is. De duivers lopen er goed bij en er heerst een aangename sfeer. Ze zoeken zich een bak en zo eigen ze zich een plaatsje toe.
De vrijdag komen er duivinnen op de hokken tot de zaterdag en dan is het hectisch. De duivinnen bepalen een beetje wat er moet gebeuren...
In het voorjaar zal ik terug heel de bende iedere week meegeven op de vitesse. Zo krijgen de oude conditie en merk ik welke jonge duivers de eerste vluchten van hun leven overleven. Uit die groep moeten de latere oude komen. Ze mogen gerust eens aan de tand gevoeld (vorig jaar deden ze Brive) maar het belangrijkste is dat ik zie wie fris inkomt, wie zich al eens toont.
Om een idee te krijgen hoe het er nu uitziet maakte ik daarnet een filmpje.